Prikweerstanden

Oorzaken van prikweerstanden

De oorzaken van weerstanden kunnen velerlei zijn, bijvoorbeeld:

    • De nabijheid van vreemden die aan je lijf zitten. Zeker bij kinderen, maar ook bij volwassenen kan dit een rol spelen.

    • Het enge van een ziekenhuis of medische setting waarin je je niet assertief voelt en geen baas voelt over de ingrepen. Bijvoorbeeld men heeft weinig tijd en aandacht voor je spanning en onzekerheid.

    • de druk die ervaren wordt om te moeten voldoen aan een behandeling kan gemakkelijk afweer oproepen. Bij een chemokuur, bij kinderen met diabetes enzovoort bestaat er urgentie, die dwingend en onprettig voelt en weinig ruimte laat aan een eigen invulling en tijdsplanning.

    • Daarnaast kunnen patiënt ouders, kind of medisch personeel ongeduldig en geïrriteerd raken tijdens het moeizaam of gespannen verlopen van een medische procedure.

    • Ook als patiënt of verzorgers acceptatieproblemen laten merken ten aanzien van de ziekte of toegediende medicatie, als men druk voelt om beter te moeten worden of machteloos voelt, levert dit negatieve informatie op. Deze negatieve informatie wordt een onderdeel van de ‘motivatie’ om een interventie af te weren of behandelmoeheid te ontwikkelen.

    • Een aversie of heftige angstreactie hebben bij het zien van bloed en verwondingen kan maken dat je erg tegen medische omgevingen en injecties opziet.

    • Traumatische of negatieve ervaringen kunnen sterke weerstanden oproepen. Bijvoorbeeld bij psychiatrische patiënten die onder dwang zijn gespoten.

    • Het hebben ervaren van overmatige pijn, geeft anticipatieangst voor een volgende keer.

    • Het zelf moeten prikken in je eigen lichaam, onder de huid of in het spierweefsel zoals bij chronische aandoening kan een enorme drempel opleveren.

Distress is een term die gebruikt wordt als men moeilijk stress kan neutraliseren ten gevolge van negatieve factoren. De staat van emotionele bedreiging die daarbij optreedt, wordt in de medische literatuur aangeduid met distress.

De medische procedure van het naaldprikken maakt onvermijdelijk inbreuk op de lichamelijke en mentale ruimte en zorgt voor een overmatige alertheid die veelal pas minder wordt wanneer de procedure is afgelopen of de medische setting is verlaten. Distress is een term die het onrustgevende misèregevoel omschrijft tijdens en rondom de confrontaties.

Zelfinjectie en prikweerstanden

De methode van zelfinjectie wordt steeds meer toegepast bij het behandelen van verschillende ziektes en aandoeningen. Zo komt zelfinjectie voor bij Diabetes Mellitus, Multiple Scerosis, groeistoornissen, erectiestoornissen, stimuleren van de vruchtbaarheid, allergeen, chronische infecties en recent ook bij migraine.

Het grote voordeel van deze methode is dat de patiënt niet naar een medische instelling hoeft om de injectie te halen. In sommige gevallen kan het zelf onmogelijk zijn, doordat het meerdere keren op een dag moet gebeuren.

Tijdens de behandeling kan afname van ontstaan om zichzelf te injecteren door de herhalende karakter van de behandeling, mits de tijd tussen de injecties niet te groot is. Er ontstaat dan gewenning en vertrouwen.

Het tegenovergestelde fenomeen treedt opmerkelijk genoeg ook zeer vaak op. Er ontstaat dan gedurende een behandelperiode juist een aversie of emotionele uitputting. Er ontstaat dan prikweerstand bij iemand die nooit problemen met prikken heeft gehad. Deze patiënten herkennen veelal niet angst als blokkerende emotie, maar het gevoel van weerzin, demotivatie en vermoeidheid om zichzelf te injecteren. De kans op therapietrouw, met een mogelijke (versnelde) teloorgang van de gezondheid kan het gevolg zijn.

Zie casus hieronder om het beginstadium van dit fenomeen te illustreren.

Verhaal van Henk:

'Naar aanleiding van een dubbele longembolie is het noodzakelijk dat ik mezelf tweemaal daags injecteer om bloedstolling te voorkomen. Vooraf is aangegeven dat dit 7 tot 10 dagen kon duren, waarbij mijn bloedwaarden (NRI) wordt gecontroleerd waarvoor ik me tweemaal in de week moet laten prikken. Het voordeel van het zelf injecteren was dat ik direct naar huis mocht. Ik ben nu drie weken mezelf aan het injecteren en zal erg opgelucht zijn wanneer dit voorbij is. Het is nog onzeker wanneer ik mag stoppen, omdat het afhankelijk is van mijn bloedwaarden die eerst op het juiste niveau dienen te zijn. Daarnaast moet ik elke dag eenmaal medicatie slikken om mijn bloed te verdunnen. Ik heb er vertrouwen in dat het goed komt, ik ben in goede handen.

Ik ervaar geen angst voor het prikken. Ik laat me zonder problemen prikken als mijn bloedwaarden gecontroleerd moet worden. Ik heb het injecteren eerst geoefend op een sinaasappel en vervolgens heb ik mezelf zonder problemen geïnjecteerd. Het injecteren gaat me goed af, ik ben er handig in. Ik merk dat het injecteren echter steeds vervelender is geworden. Het is geen prettige ervaring, maar het doet geen pijn. Het is meer 'gedoe' dan het slikken van een pil. Daarbij krijg ik door het injecteren blauwe en gele plekken op mijn buik. Ik voel ook dat er harde plakkaten ontstaan door het prikken. Een andere vervelende bijkomstigheid is dat ik na het prikken een half uur tot een uur een branderig gevoel kan hebben op de plek van het prikken.

Het zou makkelijker zijn als iemand anders de injecties zou toedienen. Dan is het prettig wanneer het iemand is die het vaker heeft gedaan, in plaats van mijn vrouw. Ik doe het dan toch liever zelf dan dat ik het mijn vrouw laat doen. Wanneer bijvoorbeeld een verpleegkundige het doet, dan kan ik me als het ware overgeven aan de handeling en kan ik eventueel wegkijken. In zo'n situatie 'moet' het gebeuren, terwijl ik nu zelf de controle moet nemen over wanneer en hoe het gebeurt. Dan kan ik het injecteren minder goed accepteren. Ik vind het een vervelende ervaring om mezelf het aan te doen. Ik denk dat een chirurg een operatie bij een ander makkelijker zal vinden om uit te voeren dan wanneer hij dit bij zichzelf zou moeten doen.

Wat ik nog meer vervelend vind is dat het onzeker is wanneer ik mag stoppen. Mijn bloedwaarden moeten op een bepaald niveau zitten. Als er van te voren met zekerheid een einddatum gegeven kon worden, was het minder erg geweest. Ik zou graag weer aan het werk willen. Ik heb eerder nog niet zo lang thuis gezeten. Ik voel me ook schuldig dat ik thuis zit.'